donderdag 12 augustus 2010

Vrijdag 30 juli Van Hyvesvriendin naar echte vriendin..

Om acht uur lieten wij de wekker aflopen. Ik wilde graag bijtijds opstaan voor ons dagje uit. Ook omdat we niet zeker wisten hoever Seillans rijden was. Volgens de TomTom was het echt maar anderhalf uur dus Dikvoormekaar. Maar de straat waar zij woonden kon het stomme ding niet aangeven. Gelukkig had Madonna dat van te voren gezegd en mij per mail een routebeschrijving gestuurd en eventueel telefoonnummer voor als we het echt helemaal niet konden vinden. Ik had pas rond twee uur met Madonna Leurs afgesproken. Ruim op tijd vertrokken wij.
Het laatste stuk was geen snelweg en mogelijk leverde mij dat nog een paar mooie plaatjes op.

Met nog wat keren stoppen voor het nodige gezeik en een paar broodjes, werd ik wel steeds nerveuzer. Madonna en ik zaten nog niet zo gek lang op Hyves. We schreven elkaar niet zo gek vaak. Toch reageerde ze erg enthousiast toen ik haar vertelde dat we redelijk dichtbij haar in de buurt ons vakantieverblijf hadden. Wij waren van harte welkom. Ook om het atelier van Jos Leurs, haar man te bezoeken.
Het was niet druk op de weg, dus het schoot lekker op. Inderdaad was de weg naar Seillans erg mooi en maakte ik een paar foto’s.
Ruim een uur te vroeg parkeerde ik de auto voor het hek van Madonna. Zenuwachtig drukte ik op de bel. Die deed niets. Ik duwde en trok aan het hek, geen beweging in te krijgen.
Jan zocht hun telefoonnummer op en belde. Geen gehoor.
‘Misschien is ze nog even een boodschap doen,’ zei ik. ‘We zijn een uur te vroeg.’
Ik stapte weer in de auto.
‘Ja, je kan proberen of jij beweging in het hek krijgt,’ zei ik tegen Jan.
Het hek ging open. Gewapend met camera en een flesje wijn, betraden wij voorzichtig het erf.
We begonnen maar te roepen. Er was geen kip te bekennen. Twee hondjes, iets kleinerr en lichter dan onze eigen hond, kwamen blaffend op ons afrennen.

Even later stond ik oog in oog met Madonna. Ze had ons niet aan horen komen en verwelkomde ons zeer hartelijk. Het uitzicht vanaf het terras was schitterend. De bergen en een paar dorpjes in de verte. Ook haar man Jos, begroette ons hartelijk. We kregen koffie, lekkere koekjes en chocolade. Gelieve de chocolade snel te nuttigen. Het was zo warm, dat het anders van de schaal af zou druipen.
Ook zij hadden een zwembad.
‘Als ik dat geweten had,’ zei ik tegen Arnout. ‘Je had toch je zwembroek mee kunnen nemen.’
Maar dat maakte hem helemaal niets uit. Hij vond het wel leuk, nu ook weer eens gewoon Nederlands te praten en alles gewoon te kunnen volgen. Hij was dol op de honden Luna en Mistral. Het was wederzijds gelukkig. En de beestjes vonden al die aandacht ook best leuk.
Rond de klok van drie uur nam Jos afscheid. Hij ging naar zijn atelier om te gaan schilderen.
‘Ik vind het wel leuk om nog even te kijken,’ zei ik. Ik dacht dat ze net als Cees vroeger een atelier bij hun huis te hebben. Maar dat was niet het geval. Hij had een ruimte in het centrum van Seillans. Hij zou rond zeven uuur dichtgaan.
Madonna zou wel uitleggen hoe we er moesten komen. De middag vloog voorbij. Toen we afscheidnamen had ik het gevoel nog lang niet uitgepraat te zijn. Dat was wederzijds gelukkig. Tegen zessen reden we naar het centrum van Seillans. Na een rondje hadden we geen idee waar we moesten zijn.

Bij een apotheek parkeerden we de auto. Het liep al tegen half zeven.
‘Ik wil wel voor het donker thuis zijn hoor,’ zei ik tegen Jan.
Rond kwart over negen zou het al gaan schemeren en dan was het toch echt binnen een kwartier al donker.
‘Jaja,’ zei Jan. Hij liep de apotheek binnen om te vragen waar we het atelier zouden kunnen vinden. Maar het was er erg druk.
‘Ik loop wel vooruit,’ zei hij. ‘Doen jullie maar rustig aan.’
Wij volgden hem op afstand.
“Art Exebition”, lazen Arnout en ik op een bord.
‘Is het daar niet?’ vroeg hij.
‘Hee, is het hier niet?’ gilde ik Jan achterna.
Maar hij hoorde me niet. Ik maakte intussen een paar foto’s.
‘Het is hier!’ riep Jan vanuit de verte. Hij wees op een gebouw. ‘Atelier des Selves van Jos Leurs.’
Ik maakte weer een foto en stak samen met Arnout de weg over. De laatste stap, die ik zette ging mis. Ik klapte volledig door mijn rechterenkel. Ik gaf een keiharde gil van schrik en ging languit. De camera kletste keihard op het asfalt. Ik werd licht in mijn hoofd. Foute boel.
Er kwam een man naar buiten hollen die in rap Frans tegen me begon te ratelen.
‘Wat doe je? Wat doe je?’vroeg Jan, die opeens naast me stond.
‘Ik wil hier niet meer zijn,’ huilde ik. ‘Mijn enkel, mijn enkel. Foute boel.’
Toen ik ging zitten werd het weer licht in mijn hoofd.
‘Alsjeblieft,’ zei ik huilend tegen Jan. ‘Water, water.’
‘Kun je staan?’ vroeg hij en gaf me een flesje water.
Intussen legde hij de man uit dat ik geen Frans verstond. Voorbijgangers bleven verbaasd staan, om te kijken wat er gaande was.
Toen ik naar mijn enkel keek, zag ik het bekende ei weer verschijnen. Dat werd minstens een week met de poot omhoog, wist ik uit mijn verleden. Verstuikt, gekneusd of een klein scheurtje.
De Fransman bood mij ijsblokjes aan. Intussen legden wij uit dat we op weg waren naar het atelier van Jos Leurs. De oorzaak van mijn struikelpartij was het afwateringsgeultje waar ik in zat.
Jan was tijdens de opnames van Memories in een put gestapt. Met zijn zonnebril op had hij die put gemist. Zijn benen waren kapot mar hij kon nog lopen. Ik had met mijn zonnebril op, deze geul niet gezien.

Tussen Jan en Arnout in strompelde ik het atelier van Jos binnen. Hij was net aan het opruimen en had ons niet meer verwacht.
‘Ik kom effe goed bij je binnenvallen,’ zei ik met een pijnlijke grijns. ‘Mag ik wel even bij je op de bank zitten?’
Stomverbaasd en geschrokken knikte hij. Jan legde uit wat er gebeurd was. De Fransman kwam binnen met een zak ijs.
‘Hij heeft gebeld hoor,’ zei Jos tegen mij.
‘Gebeld?’ vroeg ik verbaasd.
‘Ja de Pompiers.’
‘Wat?’ Daar had ik nog nooit van gehoord. En tussen zijn schilderijen, het typische verfluchtje, wat ik maar al te goed kende, barstte ik in tranen uit. Hoe moesten we in Godsnaam thuiskomen? Herinneringen aan Cees, alles vloog me aan.

Wordt vervolgd…

©Rachel Naomi

Geen opmerkingen:

Een reactie posten