Vakantie, hou op schei uit, begon Tineke Schouten eens een melige conference over vakantie. Dat dacht ik ook toen we aan het inpakken waren.
Om er in het heetst van de strijd achter te komen dat er nog een koffer bij Matisse op de groep was blijven hangen. Die dus aan de vooravond van vertrek opgehaald, samen met Arnout en Bernadette.
‘ Oh maar eigenlijk geeft dat helemaal niet,’ zei een erg melige Arnout. ‘Pa zijn kleren kunnen wel thuisblijven. Hij heeft toch een credit Card?’
Manlief had de dag ervoor op zitten scheppen dat we zo wegkonden. Zevenduizend Euro was genoeg. Om toch eerst Arnout uit te leggen dat een credit card er niet voor was om voor elk wissewasje poen uit de muur te gaan trekken.
Vergeten we dit niet, vergeten we dat niet. Intussen gilt onze geliefde viervoeter de hele buurt bij elkaar. Hiep hiep hoera de buren gaan met vakantie en wat blijft er achter?
Gelukkig paste Bernadette op de beestenboel en de vuilnisbak. Die moet ook op zijn tijd nog geleegd. Briefje geschreven met Wie Wat Waars alsof ik op Hyves zat. Boodschapje hier boodschapje daar,, zijn we de medicijnen niet vergeten. We moeten nog op weg en ik lijk wel een kip zonder kop.
Bewapend met camera’s, laptop, minilaptop en weet ik wat voor een puinhopen konden wij eindelijk aan de lange reis beginnen.
Om het geheel nog iets meliger te maken reizen Dik Voorrmekaar en meneer de Groot ook mee. Ik was dat mens al een poos zat op de TomTom. Nieuwste kaart EN nieuwe stemmetjes gingen mee op weg.
Het was wel uitkijken geblazen. Arnout deed algauw vrolijk mee. Een rotonde rechtdoor gelieve door de bloembak in het midden te gaan. En elke afslag een visafslag. En of ik me ook druk maakte of de auto achter me ook gezellig meeging. Om datzelfde uit de mond van mijn zoon nog een keer te horen, of dat we nooit in Frankrijk zouden komen. Maar eindelijk begon mijn vakantiestemming een beetje te komen toen we na en paar uur Frankrijk binnen reden.
Na 500 km buiten de Tolwegen om, was ik het zat. Manlief heeft geen rijbewijs en kon het niet van me overnemen. Bij het plaatsje Toul vonden wij een goedkoop hotelletje langs de weg, met nog ruimte voor drie personen. Inclusief avondeten en ontbijt. Een enorme berg patat zonder mayo en een homp zalm. Aan een krakkemikkige picknicktafel. Opstaan en gaan zitten met gevaar voor eigen leven.. En een lekker borreltje zat er niet in. Ook idioot, mijn man vergat de borrel bij het eten te bestellen. Langs de snelweg, als je op doorreis bent, mag je als chauffeur geen drank tot je nemen.
Dat wij net eten hadden besteld bij onze overnachting was niet voldoende bewijs, met de volle borden nog voor onze neus. Rare mensen die Fransen. Ogen in de zak blijkbaar of zelf al teveel gezopen.
Arnout wilde wel in het tweepersoonsbed. Mochten wij samen in het éénpersoonsbed. De grapjas.
Het was een benauwd klein kamertje, maar hoera we mochten een uurtje internetten. We hadden een eigen wastafel en een wc. Veel meer was het niet. We besloten om kwart over tien maar te gaan slapen. Wat een martelgang was dat. Manlief lag binnen tien minuten het bos al om te zagen. Arnout deed daar nog een schepje bovenop. Hij had al zijn boeren en winden opgespaard en liet ook van zich horen. De buitenverlichting ging ook niet uit en het bed lag voor geen meter.
De volgende morgen om halfzeven was ik het zat en maakte ik de heren wakker. Ik had niet eens een ochtendhumeur. En dat na een zeer kort nachtje met weinig slaap.
Wordt vervolgd…
maandag 2 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten