vrijdag 14 mei 2010

Mediageil…of…geile media.

Al een geruime tijd ben ik bezig met schrijven. Een paar boeken op mijn naam en voor de rest zal ik niet alles op gaan noemen.
Als beginnend auteur zou het toch leuk zijn om eens wat aandacht te krijgen van de media. Maar intussen krijg ik wel een ontzettende hekel aan diezelfde media.


Om een beetje aandacht te krijgen moet je op zijn minst een hele erge ramp hebben meegemaakt. Als vliegen naar een hoop stront reizen de media af naar rampgebieden. Om doodleuk tussen wrakstukken, aardbevingsslachtoffers, overstromingen, ontploffingen, oorlogsgebieden en ga zo maar door, heen te banjeren.
Ik jaag soms mijn kinderen de kamer uit. Van mij hoeven ze die akelige beelden echt niet op hun netvlies te branden. Ik vraag mij met regelmaat af of het nog wel iets met onze kinderen doet. Volgens mij raken ze aardig gewend aan de beelden van ellende, die ikzelf vroeger niet eens te zien kreeg. Een inbreuk op het inlevingsvermogen zou ik het willen noemen.

Als je dan al een beroemde Nederlander bent, heb ik zo het idee, dan staat je privéleven letterlijk op de tocht. Word je met een ander betrapt op straat, dan met je eigen partner, ga je op zijn minst vreemd. Als het even kan heb je geen normaal leven meer, want al je wegen worden gevolgd. Big Brother is er niets bij.

Mijn voortuin is ook net een rampgebied. Het onkruid weelt er tierig en het vergaat maar niet. Hoe meer ik het laat groeien, hoe meer voorbijgangers er ook hun afval bij gooien. Dorpsgenoten en bekenden lopen er met gefronste wenkbrauwen voorbij.
Ik weet niet eens of er ook overblijfselen van vogels tussen liggen. Mijn kat lust er wel pap van.
‘Hee maar deze tuin is van een bijna beroemde Nederlandse auteur’, denk ik wel eens hardop en zwaai vrolijk naar de gefronste wenkbrauwen.

Maar ik weet het niet meer. Het kan mij eigenlijk niet zoveel meer schelen. Al een paar dagen zie ik dat kleine jongetje voor me. De enige overlevende van die verschrikkelijke vliegramp. In één klap wees en wereldberoemd. Ongevraagd. Voor de rest van zijn leven getekend.
Als klein kind vond ik het heel erg om naar een dode vogel te kijken, terwijl mijn kinderen nu kijken naar rampgebieden met menselijke resten.
Nee, ik hoef niet zo nodig meer beroemd te worden. Veronderstel dat de media komt en massaal in mijn voortuin gaat spitten. DAAR heb ik niet om gevraagd.

6 opmerkingen: